CineCars – La Passion Peugeot

Edward van Zanten doet in ouwe Peugeots, daar hoort natuurlijk een passend bedrijfsvoertuig bij. Ziedaar zijn antwoord, de Peugeot D4a. Simpel, spartaans en klaar voor elk karwei.

Wanneer de liefde voor een automerk zo diep gaat, dat een hobby spontaan ontaard in werk, ontstaan vaak de leukste bedrijfjes. Peugeauto van Edward van Zanten is zo’n zaak. Met ziel en zaligheid worden de pareltjes van Frankrijks langst levende autofabrikant gesoigneerd en op de weg gehouden. Bij zo’n fraaie nering hoort gewoon een passende bedrijfswagen. Edwards’ Peugeot D4a is absoluut het mooist denkbare uithangbord voor zijn bedrijf.

De Peugeot D4a is een van Frankrijks kleine ruimtewonderen uit de periode net na de tweede wereldoorlog. Net voor en vooral tijdens die woelige periode werd er in Frankrijk door verschillende merken gewerkt aan de bestelauto van de toekomst. De TUB van Citroën was slechts een heel kort leven beschoren, de na-oorlogse HY kende een vele malen groter succes. Minder bekend bij het grote publiek was de Chenard&Walcker CPV. Net als de TUB een eenvoudige lege doos met alle techniek tussen de voorwielen. Daardoor creëerden de Fransen ruime bestelwagens met zeer beperkte buitenmaten. Door het ontbreken van de aandrijflijn en zware chassisbalken bleef de laadvloer laag en goed bereikbaar, wat dergelijke bestellers voor het eerst echt onderscheidend maakte van de kleine vrachtwagentjes van weleer.

img_7579

Peugeot heeft nooit echt gepionierd met moderne techniek. Het degelijke familiebedrijf uit Sochaux heeft altijd naam gemaakt met betrouwbare, eerder conservatieve automobielen. Dat juist Peugeot mee voorop liep in het aanbod van praktische, voorwielaangedreven bedrijfswagens, was dan ook meer een kwestie van slimme boekhouding dan van technische vooruitstrevendheid. De Chenard&Walcker CPV kwam in 1946 op de markt met een zwaar onder de maat presterende tweetakt tweecilinder achter de grille.Al heel snel werd deze opgevolgd door de bij Peugeot ingekochte 1200 cc viercilinder uit de Peugeot 202. Inkopen is een, betalen is een ander. Toen de schulden van Chenard&Walcker zo hoog waren opgelopen, dat het laatste redmiddel het zoeken naar een overnemer bleek, stond Peugeot als schuldeiser vooraan om de failliete boedel naar zich toe te trekken. De CPV werd in 1950 de Peugeot D3, later de D3a, D4a en tenslotte D4b. De belangrijkste ontwikkeling was daarbij eigenlijk altijd het toepassen van de motoren die Peugeot op dat moment in zijn personenwagens gebruikte. In 1965 werd de D4b opgevolgd door de J7, die het in verschillende gedaantes tot in de jaren negentig zou volhouden.

banner breed cc films-1

De D4a van Edward stamt uit 1956. Peugeot had zijn modellijn op de personenwagenmarkt uitgebreid met de 403, welke een cilinderinhoud had van 1500cc. In de D4a leverde deze motor 45 pk en lekker veel koppel onderin, zodat elke last die men in de gulzige laadruimte wist te tasten met speels gemak kon worden rondgereden. Edward’s exemplaar heeft de optionele schuifdeur en natuurlijk de kenmerkende los op de voorkant geplakte motorkap, die de Peugeots onderscheidt van de eerste Chenard&Walckers.De bus van Peugeauto heeft al een hele carrière achter zich, maar meer dan waarschijnlijk heeft een motorschade ergens lang geleden de auto gered van een al te enthousiaste roestduivel. Goed, portieren en schuifdeur hebben wel te lijden gehad, maar dat is voor Edward niet zo’n punt. Het is juist belangrijk dat de bus zijn verleden met zich mee draagt, ze is tenslotte niet voor niets zo ver gekomen. Als uithangbord van zijn zaak is deze doorleefde kleine alleskunner eenvoudigweg de meest logische keuze. We geven hem zeker geen ongelijk.


Marc GF Zaan (https://www.cinecars.nl/la-passion-peugeot/)